nl
Nieuwsbrief

Deze checklist is van toepassing voor vennootschappen. Bent u als kredietnemer een natuurlijke persoon (eenmanszaak)? Gebruik dan de checklist voor natuurlijke personen.

Voldoet uw vennootschap aan volgende 14 basisvereisten?

  1. De vennootschap moet een kmo zijn: het aantal werknemers moet lager zijn dan 250 en het balanstotaal moet lager zijn dan 43miljoen euro of de omzet moet lager zijn dan 50 miljoen euro. Wanneer uw vennootschap tot een groep van ondernemingen behoort, dan worden de cijfers geconsolideerd bekeken. De cijfers van participaties van minder dan 25% worden niet meegerekend. De cijfers van participaties tussen 25% en maximaal 50% worden pro rata het aandelenpercentage meegerekend. De cijfers van een durfkapitaalmaatschappij, universiteit, institutionele investeerder of een kleine lokale overheid die 25-50% van het kapitaal of de stemrechten van de kredietnemer bezitten, worden niet meegerekend. De cijfers van participaties van meer dan 50% worden volledig meegerekend.
  2. De vennootschap heeft een exploitatiezetel in het Vlaamse gewest of moet een aantoonbare toegevoegde waarde hebben voor het Vlaamse gewest.
  3. De vennootschap moet de economische begunstigde zijn van het krediet. Het krediet moet worden aangewend voor de financiering van de activiteiten van de kredietnemer en niet voor de financiering van een verbonden vennootschap.
  4. De vennootschap moet een economische activiteit hebben. Een vzw met een economische activiteit komt in aanmerking.
  5. De vennootschap moet minstens één zelfstandige in hoofdberoep hebben als zaakvoerder of bestuurder die moet instaan voor het dagelijkse management, een belangrijk aandeel van het kapitaal moet bezitten en de economische drager van het project moet zijn.
  6. De vennootschap mag geen lopende financiering bij LRM hebben. Er geldt een verbod tot het cumuleren van financiering van LRM en PMV.
  7. De vennootschap mag zich niet bevinden in een collectieve insolventieprocedure.
  8. De vennootschap moet de jaarrekening binnen de wettelijke termijn neergelegd hebben.
  9. De vennootschap moet een eigen vermogen hebben van meer dan 61.500 euro in het geval van een NV. De beoordeling gebeurt op basis van de meest recent beschikbare cijfers van de vennootschap. Het negatief eigen vermogen van een BV of CV dient voldoende gecompenseerd te worden met quasi eigen vermogen.
  10. De vennootschap heeft een solvabiliteit van minimum 10% na investering in het geval van de Cofinanciering of Cofinanciering+. De solvabiliteit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het balanstotaal van de onderneming. Het eigen vermogen wordt gecorrigeerd met achtergestelde (aandeel)houdersleningen (+) en rekeningen-courant actief van de zaakvoerders/bestuurders (-).
  11. De vennootschap heeft geen significante achterstallige schulden bij andere financiers, RSZ, BTW, belastingen…
  12. De vennootschap heeft geen zaakvoerder of bestuurder die betrokken is in een niet afgesloten faillissement.
  13. De vennootschap heeft bestuurder(s) met een verblijfsvergunning van een restduur van minimaal 2 jaar indien ze niet beschikken over de EU-nationaliteit.
  14. De vennootschap is minder dan 4 jaar actief in het geval van een Startlening. Een aanvrager is minder dan 4 jaar actief wanneer minstens één van de zaakvoerders of bestuurders minder dan 4 jaar gevestigd zijn als zelfstandige in hoofdberoep.

Uw venootschap mag niet actief zijn in deze uitgesloten activiteiten:

  • visserij en aquacultuur;
  • de primaire productie (teelt) van landbouwproducten (bedrijven die naast de teelt ook landbouwproducten verwerken, komen wél in aanmerking voor financiering);
  • wapenhandel, tabak-, gok- of pornografische industrie (kranten-, nacht- en andere winkels waarvan de verkoop van de betrokken producten slechts een beperkt deel van de omzet uitmaakt, komen wél in aanmerking voor financiering);
  • economische activiteiten die illegaal zijn volgens de Belgische of internationale wetgeving;
  • de productie of distributie van gedistilleerde dranken indien minder dan 75% van de productie buiten Vlaanderen plaatsvindt (kranten-, nacht- en andere winkels waarvan de drankenverkoop slechts een beperkt deel van de omzet uitmaakt, komen wél in aanmerking voor financiering);
  • IT voor onrechtmatige toegang tot datanetwerken en illegaal downloaden;
  • klonen van mensen voor research of therapeutische toepassingen;
  • genetisch gemanipuleerde organismen.

Het krediet mag niet worden aangewend voor deze doelen:

  • de herfinanciering van bestaande schulden die ouder zijn dan 3 maanden (voorbeeld: leveranciersschuld) op het moment van de aanvraag van het krediet – bankkredieten worden niet geherfinancierd;
  • de financiering van tradingactiviteiten (de verhandeling van goederen die zich hoofdzakelijk in een import/-exportomgeving afspeelt, al dan niet met een speculatief oogmerk);
  • de financiering van middelen die dienen als onderpand voor (het bekomen van) een waarborg;
  • de financiering van vastgoedprojecten bestemd voor verkoop of verhuur aan derden (financiering van bedrijvencentra, (de uitbating van) hotels, vakantieparken enz. komt wel in aanmerking omwille van verhuurdiensten aan derden op korte termijn, ook de financiering van vastgoedprojecten bestemd voor verhuur aan verbonden vennootschappen komt in aanmerking;
  • de financiering van onderzoek en ontwikkeling (voor reeds bestaande ondernemingen met een bewezen trackrecord van positieve resultaten, kan wel financiering van bedrijfskapitaal voor R&D-doeleinden overwogen worden in het kader van de uitbreiding van de activiteiten);
  • de financiering van producten of diensten die nog niet commercialiseerbaar zijn (dit is de succesvolle afronding van de testfase, de technische testen van het prototype en dergelijke);
  • de financiering van de verwerving van een minderheidsbelang bij de overname van aandelen (de meerderheid van de aandelen moet verworven worden of door het verwerven van bijkomende aandelen, moet de meerderheid bekomen worden);
  • de financiering van de overname van een gedeelte van een handelsfonds (het handelsfonds moet steeds integraal worden overgenomen);
  • de financiering van de oprichting en uitbating van een verkoopnetwerk in het buitenland;
  • de financiering van export;
  • de financiering van rollend materieel bestemd voor goederenvervoer over de weg voor derden;
  • de financiering van verrichtingen waarbij de aanvrager verschijnt aan beide zijden van de verrichting.

Het aangevraagde krediet moet voldoen aan deze eigenschappen:

  • Het krediet bedraagt maximaal 4 maal de eigen inbreng van de aanvrager ongeacht het aangevraagde krediettype.
  • De eigen inbreng bedraagt minimaal 10% van de totale financiering in geval van een Cofinanciering of Cofinanciering+.
  • Het krediet bedraagt maximaal 100.000 euro in het geval van een Startlening.
  • Het krediet bedraagt maximaal 350.000 euro in het geval van een Cofinanciering.
  • Het krediet bedraagt maximaal 700.000 euro in het geval van een Cofinanciering+.
  • Samen met andere leningen van PMV bedraagt het krediet maximaal 700.000 euro.
  • Het krediet bedraagt maximaal 50% van de totale financiering in geval van een Cofinanciering of Cofinanciering+.
  • Het krediet bedraagt samen met andere overheidsfinancieringen niet meer dan 50% van de totale financiering.
  • Het krediet gaat gepaard met een erkende cofinanciering van minimaal 20% van de totale financiering in geval van een Cofinanciering of Cofinanciering+. Een erkende cofinanciering is een financiering op lange termijn van een door PMV erkende cofinancierspartij zoals een bank, een investeringsfonds, een business angel, een crowdfundingplatform…